10 geboden 2Tien Geboden

De Tien geboden,Tien woorden of Tien uitspraken) bevatten de tien leefregels die volgens twee grote religieuze stromingen (jodendom en christendom) door God aan de mensen gegeven zouden zijn. Deze tien leefregels staan zowel in de Thora als in de Bijbel. Deze leefregels hebben een zeer sterke invloed gehad op de samenleving.

Volgens Exodus 20:1 ontving Mozes van God, op de berg Horeb in de Sinaï-woestijn, op twee stenen tabletten ("tafelen") de Tien geboden. In Exodus 34 staat dat God Mozes opdroeg een tweede versie van deze stenen tafelen te maken, omdat hij de eerste had stuk gegooid, toen hij terugkwam van de berg en zag dat het volk een gouden kalf had gemaakt en aanbad. Na voorlezing aan het verzamelde volk werden de stenen tafelen in de Ark van het Verbond bewaard.

De Tien geboden worden in de Bijbel twee keer opgesomd: in Exodus 20:2-17 en in Deuteronomium 5:6-21. De versies zijn vrijwel gelijk, de laatste is uitvoeriger beschreven.

Over de eerste twee tafelen wordt gezegd dat ze niet alleen door God waren gemaakt, maar dat ze ook waren "beschreven door Gods vinger", waarmee kennelijk Gods Geest wordt bedoeld (Ex. 31:18; Deut. 4:13; 5:22; 9:10). Hoewel de volgende twee tafelen door Mozes werden uitgehouwen, werden ze eveneens door God beschreven. Toen in Exodus 34:27 tot Mozes werd gezegd: "Schrijf u deze woorden op", had dit dan ook geen betrekking op de Tien Woorden, maar net als bij een eerdere gelegenheid (Ex 24:3, 4) moest hij enkele van de andere details in verband met de verbondsregelingen opschrijven. Het voornaamwoord "hij" in Exodus 34:28b heeft derhalve betrekking op God wanneer daar wordt gezegd: "Toen schreef hij (God), niet Mozes) op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden". Dit blijkt uit vers 1. Wanneer Mozes de Israelieten later aan deze gebeurtenissen herinnert, vermeldt hij uitdrukkelijk dat God de tafelen voor de tweede maal beschreef. Deut. 10:1-4.

De Tien geboden volgens de Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007.

Toen sprak God deze woorden: ˜Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.

  1. Vereer naast mij geen andere goden.
  2. Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor de schuld van de ouders laat Ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze Mij haten; maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik hun Mijn liefde tot in het duizendste geslacht.
  3. Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie Zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan.
  4. Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er in leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.
  5. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
  6. Pleeg geen moord.
  7. Pleeg geen overspel.
  8. Steel niet.
  9. Leg over een ander geen valse getuigenis af.
  10. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort."

Downloaden Kruiskerk-app

t,b,v, Apple ios en Android
app store 117x35
google play 116x35