Een glas water
Heerlijke etensgeuren verwelkomen onze gasten. Deze keer zijn het geen reguliere gasten, maar Huiskamermedewerkers die vanavond in het zonnetje gezet worden. Een van de gasten heeft een Indonesische maaltijd bereid voor alle aanwezigen. We genieten van het heerlijke eten en van
elkaars gezelschap.
Na de maaltijd lezen we uit Matt.25. ‘Ik had honger en u gaf mij te eten….’. En de mensen vragen: ‘Wanneer deden we dat?… ‘ Jezus antwoordt: ‘Toen u dit voor de minste van mijn broeders hebt gedaan, deed u dat voor Mij.’
Alles wat in de Huiskamer wordt gedaan, doen we ten diepste voor de Here Jezus. Zelfs dat kopje koffie, dat ene glas water. Als je dat beseft, dan houd je het vol.
We praten er nog even over door. Houden we het wel vol? Niet alle gasten zijn makkelijk aanspreekbaar. Er zijn gasten die al jaren komen, maar niet in hun hart laten kijken. We hebben geduld nodig, volharding en wijsheid.
‘En verwachting! Laatst bad ik daarvoor’ zegt de man die is opgestaan. ‘Ik vroeg God of ik met de eerste gast die binnenkwam zou mogen bidden. De vrouw die daarop binnenstapte straalde zo’n nood uit. We baden en ze ging weg als een ander mens. Dan weet je weer waarom we dit werk doen.’
Het blijft even stil. Gesterkt en bemoedigd dat we het van God mogen verwachten.
Dat God het werk draagt, blijkt al de volgende middag als de Huiskamer vol verwachting de deuren heeft geopend.
‘Ik ben blij dat ik hier weer ben.’
De man die binnenstapt glimlacht breed. ‘De Huiskamer heeft mijn leven veranderd. Dankzij jullie woorden van God heb ik Hem leren kennen. Ik dank er nog elke dag voor.’
We hebben hem een tijd niet gezien. Juist vandaag lijkt hij door God gezonden om ons te bemoedigen in het volharden.
Ook de man die daarna aan tafel schuift straalt meer openheid uit dan ooit. Voor hem leek het altijd mooi weer, maar nu hangt hij als een geknakte bloem op zijn stoel.
‘Ik heb zo’n pijn!’ fluistert hij . ‘Het wordt steeds erger. Ik houd het haast niet meer vol.’
Voor het eerst voert hij niet meer het hoogste woord, maar knikt hij dankbaar als we aanbieden voor hem te bidden. Voor het eerst zien we tranen nu hij zijn hart heeft opengesteld voor de woorden van God.
Dat ene gebed, dat ene glas water. Wat een voorrecht dit te mogen blijven doen in Zijn naam.
Arna van Deelen