‘Wachten en verwachten’


De meeste mensen hebben een hekel aan wachten. Wachten op de trein, die weer eens niet volgens het dienstrooster rijdt. Wachten in een lange rij voordat je aan de beurt bent, in de supermarkt of bij een pretpark. Wachten op een bericht uit het ziekenhuis. Ook op een andere manier vinden we wachten moeilijk: als er iets moois is waar je naar uitkijkt. Een feest, een geboorte, een jubileum. Wat kan wachten dan lang duren!

In de maand december kunnen we ook al niet wachten. Al lang voor die tijd worden de eerste kerstartikelen aangeboden: het is al kerst in de winkels, de straten en de tuincentra. Zeker als de Sint richting Spanje vertrokken is, staan de volgende dag de kerstbomen in huis en komen duizenden lichtjes tevoorschijn om onze donkere straten te verlichten. Tegen de tijd dat het eenmaal kerstmis is, zijn de naalden van de kerstbomen al uitgevallen en vallen de lichtjes niet meer op. Die branden immers al weken...

Ik kan me dat verlangen naar licht in het duister en de gezelligheid van de kerstdagen goed voorstellen. Ook bij ons staat de kerstboom en hangen de lichtjes buiten. Maar als wij in de adventstijd het liefste toch al een klein beetje kerst vieren, dan slaan we voor mijn gevoel wel iets wezenlijks over. We vergeten de waarde van het "nog niet" en van wat je daarin beleven kan. Advent is immers ook wacht-tijd. Wanneer we voorzichtig kaarsje voor kaarsje aansteken, om gaandeweg toe te leven naar het grote Licht, dan leren we dat wachten ook verwachten kan worden.

Het mooiste voorbeeld is natuurlijk als mensen "in verwachting" zijn. Stel je voor, dat je geen negen maanden hoefde te wachten op de geboorte van een baby. Stel je voor dat het meteen zover was, dat je die tijd niet had van: wennen aan het idee, je voorbereiden, zowel praktisch als mentaal. Dan miste je toch ook wat? Dan miste je toch de ervaring van het vol verwachting naar de grote dag toe leven, met alle vreugde en alle spanning die daar bij horen?

Wachten kan een veel actievere bezigheid zijn dan lusteloos op je horloge kijken, met het narrige gevoel van: is het nu nog niet zover? Wachten kan ook worden: je voorbereiden op, klaar zien te zijn voor... Met heel je hebben en houden je richten op wat komt, of wat je hoopt dat komen gaat. Daarom is het zinvol om eerst vier weken advent te vieren. Vier weken wachten en verwachten en dan nog niet vooruit grijpen op wat komt. Dat kan leerzaam zijn. Je leert dat je zelf de dingen niet in de hand hebt.

Daarmee is wachten nog niet passief, of lijdzaam en apathisch, zeker niet. Wie kan wachten, leert gericht te zijn op en open te gaan staan voor iets/Iemand anders. Je leert hoeveel het uitmaakt dat er in deze wereld nog iets (Iemand) is om naar uit te kijken. Dat breekt je leven open. Dat geeft ook moed en energie om niet te berusten in noodlot en onrecht. Wachten kan je alert maken en actief.

Laten we dus de adventstijd niet zomaar overslaan voordat we straks met het kerstfeest beginnen!
ds. Rianne van der Nagel-Meter

‘Levenslied’ (Lied 830 uit het Nieuwe Liedboek, tekst geschreven door Henk Jongerius)

Leven is wachten
dagen en nachten
denken en dromen
of het zal komen
dat grote geluk.

Leven is vragen
wachten verdragen
zwoegen en zwijgen
antwoorden krijgen
waarom je niet vroeg.

Leven is lijden
niet te vermijden
onmacht verduren
eindeloos turen
naar komend licht.

Leven is dwalen
oude verhalen
speuren en zoeken
stoffige boeken
de sporen van God.

Leven is kijken
elkaar verrijken
opnieuw beginnen
leren beminnen
spontaan als een kind.

Leven is opstaan
elkaar tegemoet gaan
’t hart om te geven
en kwaad te vergeven
het leven is goed.

Downloaden Kruiskerk-app

t,b,v, Apple ios en Android
app store 117x35
google play 116x35