Het onderkleed van Jezus
Het is een opmerkelijke anekdote in het verhaal van de kruisiging van Jezus: er wordt gedobbeld om de kleren van Jezus. Het is de evangelist Johannes, die ons precies uit de doeken doet, wat er met die kleren van Jezus gebeurt. Hij vertelt, hoe Jezus wordt gekruisigd door vier soldaten. Iemand kruisigen was een zware klus. Vooral het omhoog takelen van een kruis, dat wil zeggen de dwarsbalk met daar een mens aan vastgespijkerd, was zwaar werk. Daar had je vier sterke soldaten voor nodig. Maar voor die soldaten stond daar ook iets tegenover. Het was bij de Romeinen de gewoonte, dat de beulen recht hadden op de buit. Wat een slachtoffer aan het lichaam droeg, dat was voor hen. Als een soort fooi. En zo komen de vier soldaten ertoe, om de kleren van Jezus onder elkaar te verdelen. Aan welke kleren moet je dan denken? Een bovenkleed en een onderkleed, een gordel, sandalen en misschien een halsdoek of hoofddoek.
Zo wordt Jezus uitgekleed en hangt Hij daar naakt aan het kruis. In de vele afbeeldingen die later van de kruisiging zijn gemaakt, is Jezus een lendendoek aangedaan. Omwille van de kuisheid. Maar de Romeinen kruisigden hun slachtoffers naakt. Natuurlijk zien wij daarin bij Jezus een link naar Adam, de eerste mens. Adam was naakt en na de zonde die hij had begaan, werd hij gekleed. Bij Jezus -in de Bijbel genoemd: de twééde Adam, de níeuwe eerste mens- is het precies andersom. Jezus was gekleed, maar vanwege onze zonde hangt Hij naakt aan het kruis. De éérste Adam wordt gékleed, de tweede Adam uítgekleed! Vanwege óns!
De vier soldaten buigen zich over de kleren van Jezus. Ieder krijgt een deel. Zonodig scheuren ze de kledingstukken in vieren. Maar het onderkleed van Jezus is té mooi om te verdelen. Zonde om dat in vieren te scheuren. Dat onderkleed is een soort hemd, dat het lichaam tot op de knieën bedekt. Het is een kleed van linnen uit één stuk geweven. Zonder naad. Ze besluiten om er om te loten, om te dobbelen. En één van de soldaten wint en bekleedt zich ermee…
Dat wil dus zeggen, dat na de kruisdood van Jezus daar in Jeruzalem een Romeinse soldaat heeft rondgelopen in het onderkleed van Jezus. Gewoon in z’n dagelijkse soldatenleven. Misschien wel z’n verdere leven lang. Zo’n onderkleed was van iemand het meest intieme kledingstuk. Je droeg dat direct op je huid, onder je mantel of uniform. En dan denk je: dat zal die soldaat toch niet in z’n koude kleren zijn gaan zitten... Dat zal hem toch iets gedaan moeten hebben…
Het dragen van de kleding van Jezus… In het Nieuwe Testament wordt daar regelmatig over gesproken. Die kleding gaat ook de volgelingen van Jezus aan. Zij moeten zich dat aantrekken. Ja, die kleding moet ook óns passen. Paulus schrijft, dat mensen die bij Jezus willen horen en zijn weg willen gaan, zich moeten bekleden met Hem! Die mensen moeten Jezus áándoen.
In het bijzonder wordt dat uitgebeeld op het moment, dat mensen worden gedoopt. Paulus schrijft in één van zijn brieven, dat wie in de doop één wordt met Christus, met Christus wordt omkleed. En in de oude kerk werden daarom dopelingen op het moment van hun doop ook letterlijk bekleed met een nieuw wít kleed. Ten teken dat ze Jezus hadden aangedaan. En die witte kleren bij de doop kennen wij nog steeds. Ook onze kinderen dopen wij in wítte doopjurken. Met Christus bekleed!
En wat dan zo bijzonder is: in het boek Openbaring lezen we, dat eens in de apotheose van Gods grote toekomst alle mensen die bij Jezus horen worden omkleed ook met een wit kleed. Het is een prachtig beeld in het slot van de Bijbel, waar een menigte, een schare die niet te tellen is uit alle volken en landen, van elke stam en taal, staat voor de troon van God met een wit kleed. Ja, zo staat er: een kleed wit gewassen in het bloed van het Lam. Dit kleed wit gewassen in het bloed van Jezus is het kleed van de genade. Het kleed dat mensen mag passen, die in hun leven in alles op Jezus hebben gebouwd.
Van die genade mogen wij ook nú al leven. Leven in relatie met Jezus, het verwachten van Hem, in vertrouwen op Hem, dat is nú al Jezus aandoen. Die anekdote over die onbekende Romeinse soldaat bepaalt ons erbij, of wij onszelf in ons leven bekleed weten met dat onderkleed van Jezus. Die anekdote roept ons op: Draag Jezus dicht op je huid. Nu en voor altijd!
Ds. Klaas van der Sloot